Organisatie van het Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC)

In 2003 verscheen de wet op de oncologische zorgprogramma’s die o.a. 3 belangrijke criteria inhield: een verplichting van het multidisciplinair overleg d.m.v. MOC, de kankerregistratie en het werken volgens neergeschreven oncologische richtlijnen voor diagnostiek, behandeling en opvolging. Ook binnen het A.S.Z. worden MOC’s georganiseerd, per discipline.

Definitie

Het multidisciplinair oncologisch consult is een vergadering tussen artsen van verschillende disciplines waarbij de behandeling van een patiënt met kanker wordt besproken.

Elke patiënt met een nieuwe diagnose van een oncologische aandoening wordt besproken op een MOC. Tevens wordt een patiënt besproken op het MOC indien een wijziging van een behandeling wordt doorgevoerd of wanneer de patiënt hervalt of progressief is.

Organisatie

MOC
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
 
VRIJDAG
 

VM

       

 

 

NM

12u
MOC dermatologie
(om de 3 maand)
Dienst radiotherapie

 

12u30
MOC Geraardsbergen
(maandelijks)
Vergaderzaal Verhaege

17u00 - 18u00
MOC Urologie
(wekelijks)
Dienst radiotherapie

11u30

MOC NKO
(om de 2 maand)
Dienst radiotherapie

13u15

MOC Borst / Gynaecologie
(wekelijks)
Dienst radiotherapie
 

12u30

MOC Pneumologie
(wekelijks)
Dienst radiotherapie

12u30

MOC Neurochirurgie

(elke 3de vrijdag van de maand)
Dienst radiotherapie

NM

17u
MOC Haematologie

(om de 2 maand)

Bureel Dr. Caron
  17u
MOC Gastro-enterologie (wekelijks)
Dienst radiotherapie

17u
MOC Hepatologie
(wekelijks)
Dienst radiotherapie

 

Adviesaanvraag

Een aanvraag tot bespreken van een patiënt op het MOC kan gebeuren door een arts-specialist (behalve de specialist in de anatomo-pathologie, de klinische biologie en de röntgendiagnose) via een elektronische aanvraag.

Ook de huisarts kan een MOC aanvragen door het formulier 'Aanvraag MOC-advies in het ASZ' in te vullen.

Rol en deelname van de huisarts

De behandelingen van de patiënt gebeuren meestal in het ziekenhuis. Toch blijft de rol van de huisarts zeer belangrijk. De huisarts is vaak degene die het eerst geconfronteerd wordt met de medische symptomen, heeft een vertrouwensband met de patiënt en kan de zorg in de thuissituatie verder zetten. De huisarts heeft de mogelijkheid zelf persoonlijk aanwezig te zijn op het MOC of mee te volgen via skype for business, door een verzoek tot meevolgen te sturen naar MOC.asz@asz.be. Huisartsen worden via medibridge op de hoogte gebracht van het tijdstip waarop hun patiënten worden besproken.

Administratieve toelichting

Het MOC kent een wetenschappelijk en een wettelijk luik.

Het wetenschappelijk luik (Stichting kankerregistratie): zoveel mogelijk gedetailleerde gegevens verzamelen om een zo juist mogelijk kader tot preventie te scheppen.

Het wettelijk luik (Mutualiteiten): In België worden alle kosten i.v.m. MOC 100% gedragen door de mutualiteit van de verzekerde.

Uitzonderingen:

  • overleden patiënten: een MOC-overleg (datum) kan nooit geattesteerd worden indien dit valt na overlijdensdatum van patiënt, maar de wetenschappelijke gegevens mogen wel geregistreerd worden voor het kankerregister.
  • buitenlandse patiënten (ook woonachtig in het buitenland) die in België op een MOC-overleg besproken worden, mogen wel geattesteerd worden, maar worden niet opgenomen in de Belgische statistiek.

Voorwaarden voor het wetenschappelijk luik

Alle tumoren met histologisch gedrag /2 (in situ) en  /3 (invasief) moeten geregistreerd worden

Uitzonderingen:

  • centraal zenuwstelsel ook alle tumoren met gedrag /0 (benigne) en /1 (borderline)
    Urinair systeem (C65 – C68): ook tumoren met gedrag /1 (borderline)
    Ovarium (C56.9): ook tumoren met gedrag /1 (borderline).
  • basocellulaire carcinomen van de huid dienen niet geregistreerd te worden.
  • niet-verwikkelde spinocellulaire carcinomen van de huid dienen geregistreerd te worden, maar worden niet gefactureerd.

Een goede kankerregistratie is zeer belangrijk in de strijd tegen kanker. Het ASZ heeft een zorgprogramma voor oncologie en is daardoor wettelijk verplicht mee te werken aan de kankerregistratie. Zoals beschreven in de Gezondheidswet van 13 december 2006 en het KB betreffende de normen voor oncologische basiszorg en zorgprogramma’s dienden alle nieuwe diagnoses van kanker, al dan niet besproken op een MOC, geregistreerd te worden via een standaard registratieformulier. Deze gegevens worden jaarlijks bezorgd aan de Stichting Kankerregister, die alle gegevens vanuit Vlaanderen, Wallonië en Brussel verzamelt, verwerkt, analyseert en rapporteert.

Voorwaarden voor het wettelijk luik (financiering)

Er zijn 3 MOC-verstrekkingen die de arts-coördinator kan factureren:

  • een ‘eerste MOC’,
  • een ‘bijkomende MOC’ in een ander ziekenhuis dan het eerste MOC en op doorverwijzing
  • een ‘opvolgings-MOC’ of ‘follow-up-MOC’

Wanneer kan u een ‘eerste MOC’ factureren?

Het ‘eerste MOC’ wordt georganiseerd bij de diagnose en de behandeling van een nieuwe oncologische aandoening, behalve bij de uitzonderingen zoals hierboven beschreven.

Wanneer kan u een ‘opvolgings-MOC’ aanrekenen

Een ‘opvolgings-MOC’ (350276-350280) kan worden aangerekend bij:

  • De opvolging van een behandeling waarbij een objectieve noodzaak bestaat om de diagnose in   vraag te stellen en/of de therapeutische planning aan te passen* en/of
  • De herhaling van een bestralingsreeks van eenzelfde doelgebied binnen de 12 maanden, te rekenen vanaf de aanvangsdatum van de 1ste bestralingsreeks.

Uitzonderingen:

U kan een ‘opvolgings-MOC’ niet aanrekenen bij een aanpassing van de chemotherapie, van de radiotherapie, van de adjuvante behandeling of van palliatief regime. Dit is de verantwoordelijkheid van de arts in kwestie; de overgang naar een volgende therapeutische fase moet in het ‘eerste MOC’ duidelijk afgesproken zijn.

De overgang van een therapeutisch naar een palliatief regime kan in bepaalde moeilijke gevallen, maar niet systematisch, een ‘opvolgings-MOC’ noodzaken.

*De eerste indicatie ‘waarbij een objectieve noodzaak bestaat om de diagnose in vraag te stellen en/of de therapeutische planning aan te passen’ moet restrictief geïnterpreteerd en spaarzaam gebruikt worden. Een hoog aantal ‘opvolgings-MOC’ is omgekeerd evenredig met de pertinentie van de bevindingen van het 1ste MOC. De aanpassing van de therapeutische planning moet van die aard zijn dat zij best niet door één van de behandelende artsen alleen wordt genomen; ze is zo ingrijpend dat een multidisciplinair overleg met minstens 4 artsen van verschillende specialismen noodzakelijk is.

Wanneer kan u een ‘bijkomende MOC’ aanrekenen?

U kan een ‘bijkomende MOC’ (350291-350302) aanrekenen indien een 1ste MOC geen aanleiding gaf tot een definitieve diagnose of concreet behandelingsplan. De patiënt kan in dat geval doorverwezen worden naar een ander ziekenhuis met erkend oncologisch zorgprogramma. In dit ziekenhuis kan u dan een bijkomende MOC aanrekenen.

In geval van doorverwijzing voor een bijkomend multidisciplinair consult, staat de naam van het 2de ziekenhuis vermeld in het verslag.

Dit betekent dat uit het verslag van het MOC 350372-350383 – eerste MOC – of 350276-350280 – opvolgings-MOC – van het verwijzende ziekenhuis duidelijk blijkt dat men geen beslissing heeft kunnen nemen, en men de patiënt verwijst naar een ziekenhuis waar meer expertise aanwezig is dan in het eigen ziekenhuis.

Uitzonderingen:

U kan een ‘bijkomende’ MOC (350291-350302) niet aanrekenen bij een transfer van de patiënt naar een ander ziekenhuis om sociale redenen, bij voorbeeld omdat dit ziekenhuis dichter bij huis is. Er kan in het ontvangende ziekenhuis geen ‘second opinion-MOC’ aangerekend worden.

Alhoewel het verslag de naam van het 2de ziekenhuis vermeldt, blijft het de patiënt vrij om hier niet op in te gaan en in een ander ziekenhuis zijn behandeling aan te vatten of verder te zetten. Voor het zover uit het verslag blijkt dat het eerste MOC ‘geen definitieve diagnose of concreet behandelingsplan’ heeft opgeleverd kan de bijkomende MOC er aangerekend worden.

Verslag als basis voor de facturatie

Van ieder MOC moet de arts-coördinator een schriftelijk verslag met vast sjabloon opstellen. De inhoud van het verslag en de personen die het moeten ontvangen worden duidelijk in de nomenclatuur omschreven.

De coördinerende arts vult aansluitend aan het MOC een registratieformulier in, bestemd voor het Kankerregister. Deze registratie is verplicht en draagt in belangrijke mate bij tot de kwaliteit en de volledigheid van het Nationaal Kankerregister.

Het honorarium voor het MOC dekt ‘het verslag’ en ‘de uniforme registratie van de oncologische aandoening bestemd voor het Kankerregister’. Dit zijn 2 verschillende documenten en enkel het registratieformulier kan dus niet aanvaard worden als het (verplicht) verslag.

Het verslag, het registratieformulier en het prestatieblad met de handtekeningen van de aanwezige artsen wordt bezorgd aan de MOC-datamanager binnen de 4 weken na de MOC.

Wie neemt deel aan het MOC en kan dit aanrekenen?

Voor de deelname aan de MOC geldt het volgende:

  • Het minimum aantal deelnemers is 4 artsen, van verschillende specialismen, waarvan minstens   één gespecialiseerd is in de oncologie.
  • De coördinator is één van de 4 specialisten.
  • De terugbetaling van de verstrekking 350394-350405, ‘deelname aan het MOC ‘ (bedoeld voor artsen die tot de ziekenhuisstaf behoren), gebeurt voor maximum 4 artsen.
  • De verstrekking 350416-350420 voorziet de terugbetaling van de deelname aan het MOC door een arts die geen deel uitmaakt van de staf van ziekenhuisartsen en de verplaatsingsvergoeding. Dit is in het bijzonder bedoeld voor de huisarts van de patiënt of voor de behandelende specialist die zich speciaal voor deze patiënt een verplaatsing moet maken om deel te nemen.
  • Alle deelnemers dienen gelijktijdig en fysiek aanwezig te zijn.

MOC-resultaat: de bespreking met de patiënt

Gekoppeld aan het MOC zijn er 2 verstrekkingen voorzien die het mogelijk maken een uitgebreide bespreking ervan met de patiënt aan te rekenen. Deze verstrekkingen zijn bedoeld om toelichting te geven bij de diagnose en om de voorgestelde bijkomende onderzoeken en het behandelingsplan die opgenomen zijn in het verslag van het MOC samen met de patiënt te bespreken.

Het gaat om:

  • 350232 indien deze specifieke raadpleging wordt uitgevoerd door de behandelend erkende huisarts.
  • 350254-350265 indien deze specifieke raadpleging, volgens afspraak tijdens het MOC, wordt   uitgevoerd door de arts-specialist die heeft deelgenomen aan het MOC.

Deze verstrekkingen zijn elk slechts éénmaal aanrekenbaar, moeten volgen op een eerste MOC, en zijn niet cumuleerbaar met ‘gewone’ raadpleging of bezoek.

Meer informatie nodig?

Voor meer informatie kan u de MOC-datamanager contacteren via e-mail: MOC.asz@asz.beof MOCurologie@asz.be(enkel voor MOC urologie) of telefoon (053 76 49 21).