Botscintigrafie

Over botscintigrafie

Uw behandelend arts heeft u naar de dienst nucleaire geneeskunde doorverwezen voor een botscintigrafie. Andere benamingen voor dit onderzoek zijn een botscan, een skeletscintigrafie of een SPECT-CT.

Een botscintigrafie brengt de botombouw in beeld. Dit is een type van informatie die niet uit andere beeldvormende onderzoeken (zoals de gewone radiografie, CT-scan of MRI) kan worden verkregen.

Om de beelden te kunnen maken, zal een licht radioactieve stof in de bloedbaan worden ingespoten. Deze speurstof is zodanig ontwikkeld dat het zich zal vastzetten in het bot en dit voornamelijk op plaatsen waar er een verhoogde botaanmaak is.

Een botscintigrafie is aangewezen bij een groot aantal aandoeningen. Veruit de meeste onderzoeken gebeuren voor goedaardige aandoeningen.

Verloop onderzoek

Het is belangrijk te weten dat dit onderzoek veilig en pijnloos verloopt.

  1. Voorbereiding
    Voor dit onderzoek is geen voorbereiding nodig. U hoeft niet nuchter te zijn en u mag alle medicatie innemen zoals gewoonlijk.
  2. Inschrijving onthaal
    Bij aankomst in het A.S.Z. laat u zich eerst inschrijven bij het onthaal. Breng uw identiteitskaart en verwijsbrief van de (huis)arts mee. Neem patiëntenklevers aan de digitale kiosken. Vervolgens begeeft u zich naar de dienst nucleaire geneeskunde.
  3. Inschrijving nucleaire geneeskunde
    U meldt zich aan bij het secretariaat nucleaire geneeskunde. Hier dient u uw klevers en de verwijsbrief van de arts af te geven.

Het onderzoek

Het onderzoek is opgebouwd uit twee delen.

Deel 1

Een licht radioactieve speurstof wordt ingespoten in een ader in de arm of soms in de voet. Nevenwerkingen van de inspuiting zijn zo goed als onbestaande.

Afhankelijk van de aanwijzing voor het onderzoek kan het gebeuren dat er reeds beelden worden bekomen op moment van inspuiting en de eerste minuten hierop volgend (dan spreekt men van een ‘driefasen botscan’).

Wachttijd

Na de injectie heeft het lichaam tijd nodig om de speurstof op te nemen in de botten. Hier is minstens 2 uur tijd voor nodig.

U mag in tussentijd de dienst verlaten, u krijgt dan een tijdstip mee waarop u zich terug moet aanmelden. Indien u beslist om op de dienst te blijven, voorzie u dan van wat lectuur of een ander tijdverdrijf om het wachten zo aangenaam mogelijk te maken. Indien u bent opgenomen, mag u terug naar de kamer.

We vragen u om tussen de inspuiting en de scan voldoende snel en regelmatig te drinken. Door veel te drinken zal het speurstofje sneller opgenomen worden in het bot en wordt de blaas schoongespoeld. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van de beelden.

Deel 2

Na de wachttijd kunnen beelden gemaakt worden. Voor een optimale beeldkwaliteit wordt gevraagd om net voor het maken van beelden de blaas te ledigen.

Ook zal u worden gevraagd om zich te ontdoen van alle metalen voorwerpen zoals sieraden, muntstukken, gespen, GSM,… Metalen voorwerpen kunnen de straling tegenhouden en het beeld verstoren.

Er zijn drie types van opnamen mogelijk:

• Opnamen van het volledige lichaam (whole body opnamen)

• Detailopnamen.

• Tomografische opnamen (SPECT-opnamen)

Deze drie types worden vaak gecombineerd.

Het maken van de beelden neemt toch wat tijd in beslag(totaal minimum 45 minuten). Er wordt meestal gestart met een opname van het volledige lichaam, deze duurt gemiddeld 15 minuten. Hierbij ligt u op ruglig op de onderzoekstafel, terwijl u tussen twee detectoren (boven en onder u) schuift. De bovenste detector zal zeer dicht bij u komen, maar u niet raken.

Daarna gebeuren meestal tomografische opnamen waarbij de detectoren van de camera draaien rondom het onderzochte lichaamsdeel. Soms worden er nog aanvullende CT-beelden gemaakt (dan spreekt men van een SPECT-CT onderzoek).

Elke opname kan meteen worden afgebroken mocht u onwel worden. Waarschuw de verpleegkundigen zo u claustrofoob bent.

Resultaat van het onderzoek

Een arts van de dienst nucleaire geneeskunde beoordeelt de kwaliteit van het onderzoek voor u de afdeling verlaat. Na het onderzoek wordt een verslag opgemaakt voor de behandelende arts die u ook het resultaat zal meedelen en indien nodig de gepaste therapie zal starten.

Indien u bij het verlaten van de dienst uw verslag wenst mee te nemen, bijvoorbeeld omdat u het dezelfde dag nog nodig hebt, meld dit dan aan de verpleegkundige.

U krijgt ook de dag van het onderzoek een document mee met een code. Hiermee kan u later de resultaten van uw onderzoek online raadplegen via Pacsonweb

Veiligheid en straling

Het idee dat u een radioactieve stof krijgt toegediend, kan bij u vragen oproepen. Deze reactie is zeer begrijpelijk maar niet terecht. De stof zendt slechts een korte tijd straling uit en is na 12 uur praktisch volledig uit het lichaam verdwenen.

U noch uw begeleider of familieleden lopen enig risico. U kan dus na het onderzoek normaal omgaan met volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar. Wij adviseren wel om kinderen jonger dan 12 jaar niet langer dan een half uur bij u op de schoot te nemen gedurende de eerste 12 uur na de inspuiting. Spelen, eten geven, verschonen en andere dagelijkse bezigheden vormen geen probleem. Ook beperkt u best het contact met zwangere vrouwen gedurende de eerste 12 uur.

Vanaf 12 uur na het onderzoek kan u weer alles doen wat u gewend bent. De radioactieve stof is dan praktisch volledig uit uw lichaam verdwenen.