Ballondilatatie
Een eenvoudig en weinig verkalkt letsel op de coronaire bloedvaten kan opengemaakt worden met een klein ballonnetje. In de meeste gevallen wordt echter een stent geplaatst. Soms is het plaatsen van een stent niet nodig of niet mogelijk en is het openmaken van het vernauwde bloedvat met een ballon reeds voldoende.
Behandelende arts(en):
CABG ( of overbruggingsoperatie)
Wanneer er verschillende en ernstige vernauwingen zijn van de kroonslagaders, is het vaak niet mogelijk om stenten te plaatsen ter hoogte van deze letsels. Bovendien is de uitkomst van heelkundige bypassoperaties dan ook vaker beter dan de percutane behandelingen. Op dat moment kan er een CABG verricht worden. Hierbij wordt al dan niet op het kloppend hart een bypass op de kroonslagaders geplaatst. Hierbij maken we zo veel mogelijk gebruik van arteriële overbruggingen. Hiervoor zal de chirurg gebruik maken van lichaamseigen materiaal (slagadertje van achter het borstbeen, ader uit het been, slagader uit de voorarm, …) om de overbruggingen mee aan te leggen. Voor dergelijke ingreep dient men gemiddeld een 8-tal dagen in het ziekenhuis te verblijven. Deze behandeling gebeurt ook minimaal invasief en wordt dan Midcab genoemd. Hierbij wordt de borstkas slechts beperkt opengemaakt.
Behandelende arts(en):
Percutane coronaire interventies (PCI)
Vernauwingen van coronaire bloedvaten kunnen behandeld worden met catheters, ballonnetjes en stents. De verzamelterm van deze interventies wordt percutane coronaire interventie of PCI genoemd. De procedure gebeurt standaard via de pols, soms ook via de lies. Na het aanprikken van de desbetreffende arterie wordt een fijne catheter gebracht tot aan het hart. Via deze catheter wordt dan een zeer fijne draad doorheen het letsel of de vernauwing gebracht , waarover dan een ballonnetje of een stent kan worden geplaatst om het bloedvat volledig open te maken. De prikplaats wordt gesloten met een propje of met een drukverband. Nadien moeten enkele maanden extra bloedverdunners genomen worden om het bloedvat mooi open te houden.
De techniek is echter de laatste jaren verfijnd met nieuwe bloedverdunners. Ook de gebruikte stents van de laatste generatie maken het mogelijk om de bloedverdunners soms minder lang te nemen. Dit dient individueel aangepast te worden bij elke patiënt. Ook nieuwe technieken, waar bij zeer verstopte kroonslagaders, een diamantboortje wordt gebruikt om de kroonslagader terug open te maken, worden standaard gebruikt in het A.S.Z.
Ook de shockwave waarbij ultrasone geluidsgolven kalk gaan verpulveren, worden gebruikt om stents beter te kunnen ontplooien of kroonslagaders open te maken.
Verder worden ook vaak drukmetingen gedaan in de kroonslagader door middel van een fijn drukdraadje (FFR metingen) en ook beeldvorming in de kroonslagader zelf gebeurt nu op basis van OCT technologie. Hierbij zien we de kroonslagader van binnenuit en kunnen we zien of stents goed ontplooid zijn of wat de specifieke problemen zijn.
Behandelende arts(en):
Stenting
Bij de meeste coronaire interventies wordt er heden ten dage een stent achtergelaten. Dit is een fijn metalen buisje dat gekrimpt is op een zeer kleine ballon. Bij het opblazen van de ballon wordt de stent ontplooid in de wand van de arterie en in de arterie achtergelaten. De stent houdt dan de arterie mooi open zodat de bloeddoorstroming terug genormaliseerd is. Van belang hierbij is dat de patiënt steeds bloedverdunners moet nemen: afhankelijk van het type stent kan dit schommelen van 1 tot 12 maanden. In zeldzame omstandigheden kan de stent terug vernauwen zodat een nieuwe stent nodig is. Er wordt dan een stent geplaatst met medicatie ter voorkoming van stentingroei (drug eluting stent of DES). Nadien is de inname van bloedverdunners gedurende 1 jaar steeds noodzakelijk.